Schettenberg
Hoogten zoals de Schettenberg en de Boekhoutberg hadden van oudsher een zeker militair belang omwille van het verre uitzicht. Tussen 1865 en 1940 stond er een houten korenwindmolen op de Schettenberg vlakbij het kruispunt van de Daalstraat en de Kortenbos. Deze standaardmolen werd begin 1865 naar Teralfene overgebracht door Jozef Menschaert die er meteen ook een molenhuis liet naast bouwen. Voordien had de molen in Papignies (Papegem) bij Lessen gestaan en daarvoor zelfs in Bretagne, Frankrijk.
Op 28 september 1914 hadden een veertigtal Duitse militairen, ruiters en wielrijders, om strategische redenen op de Schettenberg postgevat en hielden ze de molen bezet. De Teralfense molenaar Domien Guldemont kon niet anders dan met lede ogen toekijken want indien hij de Duitsers een strobreed in de weg zou leggen kon dit immers tot wrede represailles lijden. De situatie was erg verwarrend, want op hetzelfde moment bivakkeerden er Belgische militairen in Denderleeuw van waaruit verkenningsopdrachten werden uitgevoerd in de richting van Brussel.
Zo vertrok de Belgische luitenant Terlinden op 28 september 1914 met een groep van 10 ruiters om 6 uur 's morgens vanuit Denderleeuw voor een verkenningsopdracht richting Asse. Ze staken de brug aan Teralfene sas over die bewaakt werd door een peloton Belgische karabiniers-cyclisten. De groep passeerde aan de kerk van Teralfene en reed door naar Essene waar ze te horen kregen dat er kolonnes Duitsers aanwezig waren te Meldert, Asse-ter-Heide en ook vlakbij in Asbeek. Men besloot om via Ternat verder te gaan. Daar hoorden ze zeggen dat een groot aantal Duitsers te paard, geschat op ongeveer tweehonderd, dichterbij kwamen op de steenweg Asse-Edingen. Men besloot veiligheidshalve om via Essene terug te keren naar Teralfene en daar terug de Dender over te steken.
Op het ogenblik dat de groep van luitenant Terlinden de rand van het dorp bereikte en de brug van de Dender in zicht kwam, werd de groep beschoten. Het vuur kwam vanaf de hoogte op de rechter Denderoever ten noordwesten van Teralfene. In de molen op de hoogte hadden de Duitsers postgevat; van daaruit hadden ze een uitstekend zicht op de Dendervallei. Wachtmeester Hester werd met drie mannen uitgestuurd voor een aanval op de molen langs de rechterkant. Terlinden daarentegen galoppeerde over de velden langs de huizen voor een frontale aanval. Hesters had ondertussen versterking gekregen van drie karabiniers-cyclisten; hun peloton bewaakte nog altijd de brug over de Dender. De Duitsers die de molen bezet hielden, werden nu van twee zijden onder vuur genomen en namen de vlucht. Het bleek te gaan om 28 ruiters en 12 wielrijders. Uiteindelijk reed luitenant Terlinden met zijn mannen terug naar Denderleeuw.